Spanningsveld overheid bevolking
De spanning kan hoog oplopen tussen overheid en bevolking, ook in ons land. Mensen voelen zich niet gezien en gehoord; dit kan tot gevolg hebben dat overheidspersonen bedreigd worden. Een terechte vraag is dan ook: hoe stellen wij ons als volgelingen van Jezus op in dit spanningsveld? In de loop van de geschiedenis werd er nogal eens één Bijbeltekst uitgelicht en wel Romeinen 13:1: Iedereen moet de autoriteit van het bevoegd gezag erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Paulus schreef dit eind jaren vijftig van de eerste eeuw aan de christenen in Rome; het bevoegde gezag toen was de heidense keizer!
Het knevelen van mensen
Niet ontkend mag worden dat Romeinen 13:1 in de loop der eeuwen nogal eens misbruikt is om mensen te knevelen; ze moesten kritiekloos aanvaarden wat de overheid deed. Daarom heb ik tijdens mijn actieve leven als predikant er steeds voor gekozen om niet slechts aandacht te vragen voor Romeinen 13, maar ook voor Openbaring 13, wanneer het gaat over onze houding ten opzichte van de overheid. Paulus schreef zijn brief aan de kerk in Rome in het jaar 56. De Openbaring van Johannes verplaatst ons naar het eind van de eerste eeuw, zo’n veertig jaar nadat de brief aan de Romeinen is geschreven. Er hebben zich in die periode heftige vervolgingen voorgedaan. De christenen in Klein-Azië hebben gemerkt hoe ver de vernietigende arm van de keizer in Rome reikt. Als gevolg daarvan is ook de oude apostel Johannes verbannen naar Patmos. In de visioenen die hij ontvangt, wordt het geweld van de eerste eeuw in beeld gebracht. Niet om mensen angst aan te jagen, maar precies het tegenovergestelde is de bedoeling: visioenen willen de christenen troost en moed geven en doorzettingsvermogen.
Als een beest
Indrukwekkend wordt in dit laatste Bijbelboek in beelden zichtbaar gemaakt hoe de overheid zich boven God plaatst. In de hoofdstukken 12 en 13 ziet Johannes in enkele visioenen een anti-drie-eenheid: de draak, het beest uit de zee en het beest uit de aarde. Deze beelden tonen: de overheid gaat als een beest tekeer. Heel kernachtig laten deze visioenen zien waartoe de overheid mensen dwingt. Iedereen moet een merkteken dragen op de rechterhand of op het voorhoofd. De rechterhand is de hand waarmee je werkt. Het voorhoofd verwijst naar wat je denkt. Zo wordt getoond: mensen moeten zich helemaal voegen in het systeem van de overheid. Ze mogen alleen handelen binnen de kaders, zoals de overheid die voorschrijft. De overheid bepaalt hoe mensen moeten denken en geloven. Doe je dat niet – weiger je het merkteken – dan wordt jou het bestaan moeilijk, zelfs onmogelijk gemaakt. Dit staat haaks op wat God, die we kennen als Vader, Zoon en Heilige Geest, wil. God denkt niet in systemen, in keurslijven waarin mensen gedwongen worden. God heeft het welzijn van ieder mens op het oog.
Het lam
Daarom wordt in het volgende visioen een ander beest, het lam, in beeld gebracht. In een van de eerste visioenen in de Openbaring zag Johannes dit lam al; een geslacht lam, maar het staat! Met andere woorden: Het geslachte lam leeft! Het staat midden in de troon van God. Het mag duidelijk zijn: God is de hoogste macht Die er is. In het laatste visioen wordt nog eens weer getoond: God deelt zijn troon en zijn macht met het lam. Ondertussen hebben de visioenen laten zien: het beest is vernietigd en heeft geen toekomst.
Jezus, het lam van God
Wie een beetje thuis is in de Bijbel weet dat met het lam niemand anders dan Jezus bedoeld wordt. In het evangelie, dat op naam staat van Johannes, wordt in het eerste hoofdstuk al verteld dat Johannes de Doper Jezus aanwijst als het lam van God. Tijdens zijn leven op aarde zoekt dit lam toenadering tot mensen van wie anderen afstand houden. Het ziet mensen liggen die niemand hebben om hen te helpen. Het deelt niet de vooroordelen van de goegemeente over anderen. Dit lam breekt in tranen uit wanneer de stank van de dood te ruiken is. Wat voor anderen te min is om te doen, doet het met liefde. De overheid besluit op aandringen van de massa dat dit lam dood moet. Maar God is het daarmee totaal oneens: aan het eind van het evangelie staat het lam, levend en wel. De vier wonden van de spijkers en de ene wond van de lans zullen voor altijd zichtbaar blijven. Zo staat het lam met vijf wonden midden in de troon van God. Dit slachtoffer is door God aangewezen om in het centrum van de hoogste macht, die er is in de kosmos, te staan.
Voor wie kiezen wij
Zo roept de Openbaring van Johannes de christenen in de eerste eeuw op: Blijf je verzetten tegen een overheid die slachtoffers maakt, want dat staat haaks op wat het lam wil.
Zo worden gezagdragers ook nu eraan herinnerd: ‘Het lam met de vijf wonden wil richting geven aan hoe jullie invulling geven aan jullie taak.’
Overheidspersonen bedreigen is voor christenen niet de juiste weg. De oproep in het N.T. is om voor hen te bidden. Bidden is niet klakkeloos goedkeuren wat de overheid doet, maar vragen dat zij de juiste keuzes maakt.
Dit lam wil beslissende invloed hebben op wat wij kiezen. Geloven in het lam is niet slechts iets van ons privéleven, achter de voordeur, maar heeft gevolgen voor hoe we in de samenleving staan. Gunnen we in onze keuzes nog ruimte aan mensen die binnen en buiten onze grenzen in de hoek zitten waar de klappen vallen?
De volgelingen van Jezus in de eerste eeuw hebben het aan den lijve ervaren: je kunt zo maar zelf slachtoffer worden. Ook ons kan dat in de onrust van de eenentwintigste eeuw overkomen.
ds. Gerhard ter Maat