Epifaniëntijd

Vooral in de zomermaanden is ‘Kiek de Kerk’ een regelmatig terugkerende rubriek in KerkVenster. Foto’s van kerken uit verre landen of van iets dichterbij huis sieren ons prachtige kerkblad inclusief het verhaal van de reiziger die de foto gemaakt heeft. Ik wil het eens anders doen, namelijk een ‘Kiek de Kerk’ midden in de winter. Op een zondagmorgen nam ik niet alleen mijn Bijbel mee naar de Oosterkerk maar ook mijn fototoestel en het statief. Deze kerk en de Oude Helenakerk zijn immers de twee mooiste kerken van ons dorp. De Bijbel heb ik tijdens de dienst gebruikt, terwijl Riemer het Woord exegetiseerde en vertaalde naar hier en nu.  Na de dienst mocht ik met toestemming van koster Erik het statief met fototoestel opstellen om foto’s te maken van enkele kunstige schoonheden in dit kerkgebouw, namelijk de gebrandschilderde zijramen. Een van deze ramen maakt ons attent op het feest dat in de eerste weken van januari gevierd wordt in de Oosters Orthodoxe kerken, het feest van Epifanie. In de kerken in het westen wordt op 25 en 26 december het kerstfeest gevierd. Centraal staat tijdens dit feest dat God, die in Christus mens is geworden, solidair is met de lijdende mensheid. In de kerken in het oosten wordt niet het kerstfeest gevierd, maar het feest van Epifanie. Epifanie betekent ‘verschijning’. De Oosters Orthodoxe kerken vieren op 6 januari de verschijning van de ster voor de volken bij de geboorte van Jezus (Matteüs 2), de doop van Jezus in het levenswater van de Jordaan (Matteüs 3:13-17) en het eerste teken van Jezus bij de bruiloft in Kana, waar hij water in wijn verandert (Johannes 2:1-11). Tijdens het feest van Epifanie wordt de nadruk gelegd op de verschijning van God als koning onder de mensen. Wie in het Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk, de gezangen in de rubriek voor de Epifaniëntijd bekijkt, komt nogal wat liederen tegen, waarin gezongen wordt over de (morgen)ster. De morgenster is de voorbode van de nieuwe dag die aanbreekt. In Openbaring 21 en 22 wordt in de beeldende taal van visioenen de hoop levend gehouden op de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. In deze visioenen hoort Johannes, verbannen naar Patmos, de stem van Jezus die zegt: ‘Ik ben de stralende morgenster!’ Duistere machten houden onze wereld in de greep, maar de komst van Jezus op aarde belooft ons dat er een nieuwe dag aanbreekt.

Niet alleen wanneer we in de zomer ver weg met vakantie zijn, zien we cultuur die behouden moet blijven, maar ook in de winter heel dichtbij huis.

Gerhard ter Maat