Wat ik meeneem

Dat is een moeilijke vraag, zegt Anneke aan haar keukentafel, stel dat je snel weg moet en dan iets meeneemt en later pas bedenkt wat je mee had moeten nemen. Als ik de vluchtelingen zie met maar een tasje bij zich, wat kan daarin zitten? Ze vertellen ook wel eens dat als ze later teruggaan,… Maar kan dat wel? Vaak hebben ze helemaal niks meer, geen huis, geen werk, helemaal niks.

Mijn ouders hebben nog de oorlog meegemaakt, dat waren zware tijden. Mijn vader bracht eten bij een onderduiker. Als ik naar het graf van mijn ouders op het kerkhof ga, neem ik een emmer mee, een schoffel en maak alles schoon. Ik heb er bolletjes geplant, plantjes en stekjes uit mijn eigen tuin gezet. Het is dan weer netjes en ik vind het fijn dat het er schoon en groen uitziet. Ik doe dat omdat ik vind dat zij dat verdiend hebben. Het is ter nagedachtenis en mijn dank aan hen voor mijn leven.

Vroeger nam ik naar de kerk altijd een tasje mee met een zakdoekje, een paar pepermuntjes en voor de collecte een paar centen. Later bij de catechisatie moest je ook geld in de collecte doen. Ik herinner me dat sommigen van de mede-catechisanten liever hun geld besteedden aan snoep. Voor de collecte bleef dan maar een stuiver over. De dominee zag dat en zei er wat van. Iemand zei toen: ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.’

Misverstanden wil ik niet meenemen. Het is belangrijk dat je praat als er iets misgaat of dat je iets niet begrijpt. Dat is soms wel moeilijk, maar dan vraag ik God om mij te helpen. Of er dan antwoord komt, dat weet ik niet. Vaak is het achteraf dat ik toch merk dat iets mij geholpen heeft. Ja, ik zou dat wel bidden kunnen noemen. Ik  merk dat ook wel in de kerk, dan ben ik niet met iets anders bezig, daar is de ruimte.

Ik ben gedoopt in de Westerkerk en ik heb daar ook belijdenis gedaan. Nu kan dat niet meer, dat mis ik wel, dat was toch echt wel mijn kerk. Ik hoorde van iemand die vandaaruit begraven wilde worden, dat kon. Voor mij hoeft dat niet, mij maakt het niet uit waar ik begraven word, ik hoef ook niks mee te nemen. Ik ben met niets op de wereld gekomen. Mijn man heb ik ook niks meegegeven. Ja, wel zijn beste pak aangetrokken. Ik heb er nooit bij stilgestaan waarom je zoiets doet, dat hoort gewoon zo. Ik  denk dat het vooral voor mezelf is, het is netjes. Ik vond het fijn om er voor te zorgen. Het is een dankjewel voor alles.

Als ik onverwacht weg moet, naar het ziekenhuis, of op de vlucht, of als er brand is, dan wil ik foto’s mee. Foto’s van mijn kinderen en kleinkinderen. De foto van mijn man staat wel naast mijn bed, maar die is vooral in mijn hoofd. Hij staat ook wel op het dressoir, hem wens ik elke avond een goede nacht. Op momenten van grote nood weet ik weer wat het belangrijkste is.

Gea Evenhuis

In de rubriek ‘Wat ik meeneem’ bevraagt Gea Evenhuis mensen. Gedurende een jaar zal eenmaal per maand een aflevering verschijnen. De bevraagde mensen zijn bestaande mensen, maar hun namen worden niet vermeld.

Redactie KerkVenster