Toekomstverwachting vanuit Pasen

Intro

Worden mensen na hun sterven weer als een druppel in de eeuwige oceaan?
‘Nee’, zegt ds. Ter Maat. ‘We worden niet één pot nat met anderen.’
Vanuit Bijbels gezichtspunt legt hij in bijgaand artikel een verband tussen het paasfeest en de opstanding der doden. Een artikel dat we graag plaatsen in dit KerkVenster, waarin de namen staan van hen die ons het afgelopen jaar ontvallen zijn.
redactie KerkVenster

Het lichaam is belangrijk
In de krant las ik over een Oekraïense moeder, 42 jaar. Op een dag in maart 2022 is haar man verdwenen. Zij gaat met haar twee zonen, 19 en 10 jaar, op zoek naar hem en koestert de hoop dat hij nog leeft. Gaandeweg krijgen ze te horen dat hij door gewapende mannen uit de auto is gehaald. Ten slotte komen ze bij een ondiep graf. Zij herkent het lichaam van haar man en hij krijgt een eigen graf in hun woonplaats. Zij vertelt: ‘Ik ben nog steeds kapot. Maar mijn ziel heeft rust. Hij is hier begraven in onze grond.’ Ze veegt haar tranen weg. ‘Het lijden is voorbij.’
Wie dergelijke verhalen tot zich laat doordringen, beseft hoe belangrijk het lichaam is. Wanneer iemand niet meer thuiskomt en de familie hoort niets, dan geeft dat een verlammende onzekerheid totdat het dode lichaam gevonden wordt. Want dat lichaam is wel de mens die jij kent en liefhebt.

Het onlosmakelijk vervolg op de opstanding van Jezus
Vermiste lichamen, dode lichamen… In deze harde werkelijkheid van onze wereld word ik steeds weer geraakt door wat Paulus in 1 Korintiërs 15 schrijft over de opstanding van Jezus en het onlosmakelijke vervolg daarop: het opstaan van de doden.
Elk jaar lees ik na eerste paasdag dit hoofdstuk uit het Nieuwe Testament. Pasen is hét grote feest van de kerk; voor mij ook. In de paasnacht en op eerste paasdag mag de paasjubel overheersen: U zij de glorie, opgestane Heer! Maar eerste paasdag breekt voor mij een tijd van bezinning aan, zoals het na de opstanding van Jezus voor zijn volgelingen een zoeken en tasten was. Wat houdt het voor hen in dat hun Heer is opgestaan? Zijn lichaam is anders; Hij komt immers in hun midden staan, terwijl de deuren gesloten zijn. En toch is Hij dezelfde als die gekruisigd is: Jezus, hun Heer. Zij zien het aan zijn handen en zijn zij. Een week later mag Tomas al tastend met zijn handen ontdekken: Hij is werkelijk de gekruisigde van die vrijdag, toen alles donker werd. Hij is anders en toch weer dezelfde als altijd.

Paulus weet wat er leeft aan visies
Bij het lezen van 1 Korintiërs 15 word ik enthousiast over de toekomstverwachting die Paulus aan ons doorgeeft. Het is goed om ons te realiseren dat Paulus wat hij schrijft niet bedacht heeft op zijn studeerkamer, afgezonderd van de buitenwereld. Hij is op reis om in zoveel mogelijk plaatsen van het Romeinse Rijk te vertellen over de opgestane en over de toekomst die ons wacht. Paulus weet maar al te goed welke uiteenlopende visies er bestaan. Hij is opgegroeid in de universiteitsstad Tarsus, een stad waarin de oude oosterse beschaving en de Griekse cultuur elkaar ontmoeten. Hij heeft genoeg kennis in huis om een goed gesprek te kunnen voeren met de Griekse filosofen van zijn tijd. Bovendien heeft hij als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten, een rabbijn die in hoge achting stond bij het Joodse volk. Paulus is volop bekend met allerlei stromingen en levensfilosofieën. Hij kent de ideeën waarin gezegd wordt dat de mens ten slotte weer als druppel in de eeuwige oceaan terechtkomt, ontdaan van zijn individuele eigenschappen. Hij weet van opvattingen die ervan uitgaan dat een mens pas echt verlost is wanneer hij van zijn lichaam verlost is.

‘Iets nieuws’, een variatie op een eeuwenoud thema
Ook het Joodse volk, het volk waartoe zowel Jezus als Paulus behoorden, wist dat er uiteenlopende meningen en gezichtspunten bestonden. In 586 voor Christus is Jeruzalem verwoest en kwam het volk in ballingschap in Babel terecht, en daardoor in aanraking met andere godsdienstige opvattingen. Het kwam daar ook de overtuiging tegen dat alles doortrokken is van het goddelijke, en ieder mens een goddelijke vonk in zich heeft.
Mensvisies die in de tijd van de ballingschap en in Paulus’ tijd al bestonden, worden tot in onze tijd gehoord en verteld.
In gesprekken vertrouwden gemeenteleden mij weleens toe dat ze met ‘iets nieuws’ in aanraking waren gekomen, dat hen toch wel meer aansprak dan zij vanuit hun christelijke opvoeding hadden meegekregen. Ze konden dan enigszins teleurgesteld reageren wanneer ik hen vroeg: ‘Weet u wel dat wat u ‘iets nieuws’ noemt een eeuwenoude opvatting is, een variatie op een eeuwenoud thema?’

Ons lichaam mag delen in de verlossing
In 1 Korintiërs 15 zet Paulus voor de volgelingen van Jezus in Korinthe op schrift wat hij in elke plaats waar hij op zijn reizen komt, verkondigt: de opstanding van Jezus uit de dood én de beslissende invloed ervan op de toekomst die wij verwachten. Wat met Jezus’ lichaam is gebeurd, zal met ons lichaam gebeuren.
Wij mensen hebben niets goddelijks in ons , maar wij zijn schepselen van God; kostbaar in Gods ogen! Ons lichaam zal sterven – een vergankelijk lichaam -, maar wij zullen een onvergankelijk, onsterfelijk lichaam ontvangen.
Deze unieke toekomstvisie vanuit het geloof in de opgestane heb ik voor altijd in mijn hart gesloten. Wij zullen niet van ons lichaam verlost worden, maar ons lichaam mag delen in de verlossing. We geloven dat God ons een toekomst gunt waar we als compleet mens, als lichaam, mogen rondlopen. Weliswaar anders dan het lichaam van nu, maar toch herkenbaar als dezelfde
mens die we altijd zijn geweest. Ik blijf ik en jij blijft jij. We worden niet een pot nat met anderen. Elk mens is uniek en blijft uniek. Dankzij onze gekruisigde en opgestane Heer zullen wij zonder schuld zijn en heeft de dood geen vat meer op ons.

Bij Christus zijn
Paulus denkt vanuit Pasen, vanuit de opgestane Heer, wanneer hij schrijft over de toekomst die ons te wachten staat. Maar hoe is het vanaf de dag waarop wij sterven tot aan de dag van de opstanding van de doden? Paulus schrijft daar heel sober over in zijn brieven. Bij hem geen uitgebreide voorstellingen van de hemel; voor hem staat opnieuw de opgestane Heer centraal. Wanneer we gestorven zijn, zullen we volgens Paulus ‘bij Christus zijn’. Beter kan een mens niet terechtkomen na het sterven: je bent bij Hem die een kruis heeft gezet door jouw schuld, en die op de paasmorgen liet zien dat Hij sterker is dan de dood. Bij Hem mag je wachten op het opstaan van de doden.

Wij zullen opstaan
Het raakt mij wanneer families nog steeds in verlammende onzekerheid leven omdat hun geliefden nog niet gevonden zijn. Ik zie voor mijn ogen al die lichamen, die we moesten loslaten omdat de dood hen te sterk was. Ik denk aan het moment waarop mijn lichaam sterft. Steeds mag ik leven vanuit de toekomstverwachting die Paulus vanuit het geloof in de opgestane verwoord heeft. Hierbij passen geen wilde fantasieën, maar slechts het vertrouwen: Hij is opgestaan! Wij zullen opstaan!

Handelingen 17:16-34
2 Handelingen 22:3
3 De gnostiek
4 Het apocalyptische denken
5 1 Korintiërs 15:53-57
6 Filippenzen 1:23

Tekst: ds. Gerhard ter Maat