Column Anneke Anders

Anneke Wattel-de Vries is Kerkelijk Werker Pastoraat in wijk Zuid-Blauw. Ze is getrouwd met Bart en moeder van Lydia (22, woont zelfstandig), Noah (21), Thalita (19) en pleegmoeder van Gydo (16) en Milo (15).

Beste Jezus, God en Heilige Geest

Anneke mag ik een brief aan de Here God schrijven?’ vraagt onze zoon. Ik ben even stil om over deze vraag na te denken. ‘Ja natuurlijk mag dat! Maar je kunt de brief niet echt naar God opsturen hè. Begrijp je dat?’ ‘Ja, dat weet ik wel, maar ik wil toch een brief schrijven.’ ‘Oké, maar wat ga je er dan mee doen als je hem niet op kunt sturen?’ ‘Ik ga hem gewoon schrijven en dan ga ik hem bewaren. Als ik de Here Jezus dan ontmoet, geef ik de brief aan Hem.’ ‘Oh ja, en wanneer denk je dan dat je de Here Jezus gaat ontmoeten?’ ‘Nou, Hij komt toch een keer terug op de aarde? Dat staat in de Bijbel. En als Hij dan hier is, dan ga ik Hem de brief geven.’ ‘Ah, ja, en waarom wil je Hem dan een brief schrijven?’ ‘Ik wil Hem allemaal dingen vragen en als ik die niet opschrijf, dan weet ik ze niet meer.’ ‘Ik begrijp het. Ik vind het wel slim van jou dat je het dan alvast opschrijft in een brief. Maar, als jij bidt, dan vraag je toch ook dingen aan de Here God en de Here Jezus?’ ‘Ja, maar dan praat Hij niet terug. Straks als Hij terugkomt dan kan ik met Hem praten en dan kan Hij echt antwoord geven.’ ‘Ja, dat is waar.’

‘Heb jij een papier voor mij om op te schrijven?’ ‘Jawel, maar dat heb je zelf ook. Als je het nou in je eigen schrijfblokje schrijft dan kan je het ook goed bewaren.’ Dat vindt hij een goed idee en hij gaat zijn eigen schrijfblokje halen. Ik zie hem ijverig aan tafel zitten schrijven. Na een minuut of tien is hij klaar. ‘Ik ben klaar, Anneke.’ ‘Mooi! Is het gelukt?’ ‘Ja, wil je het lezen?’ ‘Ja hoor.’ Wat ik lees, verwondert me. Hij begint zijn brief heel netjes met

‘Beste Jezus, God en Heilige Geest.’ Waar wij als volwassenen nog weleens vragen hebben over de Drie-eenheid, is het voor dit kind compleet vanzelfsprekend. Hij vervolgt zijn brief met blijdschap: ‘Ik ben blij om Je te zien in het echt.’ Terwijl ik dit lees, zie ik er zo zijn stralende gezicht bij. En dan komen zijn ‘geloofsvragen’. ‘Hoe vonden de dode mensen het in de hemel? (Hij gaat er vanuit dat hij nog leeft als Jezus terugkomt.) Kan je daar voetballen en spelletjes doen met de engelen of ben je gewoon stil?’ Na deze belangrijke vragen sluit hij de brief heel netjes af met groetjes gevolgd door al zijn voornamen en achternaam.

Ik ben er stil van. Velen van ons hebben vragen aan God. Misschien hebben we ze ook opgeschreven. Aan God mogen alle vragen gesteld worden. Al krijgen we op vele in dit leven geen antwoord. Ik ben net zo benieuwd naar de antwoorden als hij.

Ooit zullen we het beiden weten.